Handtekenen compromis

Voorbeeld compromis

De zogenaamde compromis, de onderhandse verkoopsovereenkomst onder particulieren voor woningen & appartementen lijkt vol te staan met juridisch jargon. Maar met een voorbeeld voor handen kan je al sneller zien wat de notaris (van jou of van de verkoper) er in heeft gestoken aan extra clausules.

Natuurlijk moeten we er wel bij vermelden dat NIEMAND hier een advocaat of notaris is. Alle documenten die worden aangegeven kunnen dus enkel gebruikt worden als richtlijn – geen aansprakelijkheid, schade of andere, direct of indirect kan terug gehaald worden indien updates niet verwerkt zijn, fouten er in geslopen zijn of andere. Volg altijd het advies van jouw notaris op voor zo’n goed aan te kopen of te verkopen.

Met die nota achter de rug, vind je hier het voorbeeld document voor een verkoopsovereenkomst in het Vlaams Gewest in 2017 – origineel te vinden op

www.arbitrage-mediation.be/Verkoopovereenkomst%20-%20Vlaams%20gewest%20-%202015.2.doc

VERKOOPOVEREENKOMST

Goed gelegen in het Vlaams Gewest

Tussen de ondergetekenden:

  1. …………………………………………………………….…………………………………….

………………………….. (naam, voornaam, adres/handelsbenaming, maatschappelijke zetel, KBO)

……………………………………………………….…………………………………………

…………………………… (naam, voornaam, adres/handelsbenaming, maatschappelijke zetel, KBO)

hierna DE VERKOPER genoemd, hoofdelijk en ondeelbaar gehouden,

hier vertegenwoordigd door ………………………………………………………………………….…………………….,

handelend als lasthebber en, bij afwezigheid, als sterkmaker,

EN

  1. …………………………………………………………….…………………………………….

…………………………… (naam, voornaam, adres/handelsbenaming, maatschappelijke zetel, KBO)

……………………………………………………….…………………………………………

…………………………… (naam, voornaam, adres/handelsbenaming, maatschappelijke zetel, KBO)

hierna DE KOPER genoemd, hoofdelijk en ondeelbaar gehouden,

hier vertegenwoordigd door ……………………………………………………………………………………………….,

handelend als lasthebber en, bij afwezigheid, als sterkmaker,

DE VERKOPER verklaart zelf of via zijn lasthebber dat hij de eigenaar is van het verkochte goed en dat hij de vereiste bevoegdheden geniet om erover te beschikken.

De sterkmaker van de verkoper verklaart dat de houder(s) van het eigendomsrecht de onder de benaming VERKOPER vermelde perso(o)n(en) is (zijn), van wie hij de verbintenis of de bekrachtiging daarvan en, bij gebrek daaraan, zijn persoonlijke verbintenis belooft.

De sterkmaker van de koper belooft de verbintenis of de bekrachtiging daarvan en, bij gebrek daaraan, zijn persoonlijke verbintenis.

WORDT DEZE VERKOOP OVEREENGEKOMEN:

De voornoemde VERKOPER verkoopt hierbij, onder de gewone rechtswaarborgen en vrij en onbelast van alle bevoorrechte en hypothecaire schulden en lasten of welke belemmering ook, evenals alle inschrijvingen en overschrijvingen, aan de voornoemde KOPER, die aanvaardt, het volgende goed, hierna GOED genoemd, met betrekking tot hetwelk de VERKOPER nog verklaart geen hypothecair mandaat te hebben gesloten:

BESCHRIJVING VAN HET GOED

Gemeente ……………………………………………………………………………………………………….……….

Goed omvattende ………………………………………………………………………………..…………………..…….

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

Het verkochte goed lijkt in het kadaster te zijn opgenomen

sectie ……..  ……  nr. ……………………………………………………………………………..…

voor een oppervlakte van ……………………………………………………………………………..…

Recentste stedenbouwkundige bestemming van het goed volgens het plannenregister:

…………………………………………………………………………………………………………..

De KOPER erkent het verkochte goed te hebben bezocht en ontslaat de VERKOPER van de verplichting om het goed in deze overeenkomst nader te omschrijven.

Deze overeenkomst bindt de partijen op definitieve wijze, behoudens het voorbehoud dat uitdrukkelijk in de overeenkomst wordt gemaakt.

De eigendomsoverdracht vindt echter pas plaats bij de ondertekening van de akte die de overdracht vaststelt. De KOPER verwerft pas vanaf datzelfde ogenblik het genot van het goed, behoudens andersluidende bepaling hierna.

Wordt het goed verhuurd, dan treedt de KOPER vanaf het verlijden van deze akte in de rechten en verbintenissen van de VERKOPER, onverminderd de uitoefening van de rechten die hij geniet als gevolg van het bestaan van een overeenkomst zonder vaststaande datum, in de gevallen waarin de wet voorziet / onder voorbehoud van de tegenstelbaarheid van de overeenkomst tegen de VERKOPER.

De KOPER draagt vanaf zijn ingenottreding de heffingen, belastingen en lasten. De VERKOPER verklaart dat het goed bij zijn weten (niet) moet worden belast in verband met de uitvoering van wegenwerken.

De KOPER verbindt zich ertoe vanaf hetzelfde ogenblik alle verbintenissen na te komen die voortvloeien uit de verzekeringscontracten met betrekking tot het verkochte goed, behoudens verbreking op zijn kosten na de ondertekening van de authentieke akte.

De verkoop omvat noch de meters of leidingen die toebehoren aan maatschappen of openbare nutsbedrijven, noch de roerende goederen die zich in het verkochte goed zouden bevinden.

De VERKOPER en de KOPER verbinden zich ertoe samen te werken om de eigendomsoverdracht snel te betekenen, evenals een opmeting die zij samen opstellen of laten opstellen door een bevoegd ambtenaar en die betrekking heeft op de waterbevoorrading van het goed, ter gelegenheid van het verlijden van de akte die deze verkoop vaststelt.

Het goed wordt verkocht in de staat waarin het zich vandaag bevindt, zonder verhaal tegen de VERKOPER wegens gebreken van de grond of de ondergrond, zonder enige waarborg van de verborgen gebreken die de verkoper niet kent en zonder waarborg van de hierboven vermelde oppervlakte; het meer of het min, ook groter dan één twintigste, komt ten voordele of ten nadele van de KOPER zonder wijziging van de prijs.

De VERKOPER verklaart dat het goed bij zijn weten (geen) wijzigingen heeft ondergaan die nog aanleiding geven tot een herziening van het kadastraal inkomen.

De VERKOPER verklaart dat de constructies die hij zou hebben opgericht of dat de wijzigingen die hij aan het verkochte goed zou hebben aangebracht, werden opgericht of aangebracht met naleving van de toepasbare wetten en reglementen.

De VERKOPER verklaart dat het goed (niet) het voorwerp is van een verkavelingsvergunning.

De verkoper bezorgt aan de instrumenterende notaris het proces-verbaal van de vereiste inspectie van de elektriciteitsinstallatie die naar aanleiding van de verkoop op zijn kosten wordt uitgevoerd door een erkend orgaan.

De VERKOPER verklaart dat hij geen kennis heeft van een inbreuk, een oproeping of een vonnis met betrekking tot het goed op het gebied van ruimtelijke ordening.

BEWONING

Het verkochte goed wordt bewoond door de heer ……………………………………………………….… / de vereniging/de vennootschap ………………………..…………………………………………………. (naam, voornaam, adres/handelsbenaming, maatschappelijke zetel, KBO), krachtens ………………………………………………………………………………………………, waarvan de voorwaarden zijn …………………………..………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

De KOPER treedt in de rechten en verbintenissen van de VERKOPER met betrekking tot de mandeligheden met de aanpalende eigendommen.

Bovendien wordt het genoemde goed verkocht met gelijk welke erfdienstbaarheden waarmee het kan zijn bevoordeeld of bezwaard, tenzij de KOPER de ene doet gelden en zich verzet tegen de andere.

Het goed wordt verkocht met de beperkingen van het eigendomsrecht die kunnen voortvloeien uit de stedenbouwkundige voorschriften en uit de besluiten en handelingen ter uitvoering daarvan door de overheden.

MEDE-EIGENDOM

De KOPER betaalt aan de VERKOPER zijn aandeel van het reservefonds terug dat wordt gelaten aan de vereniging van mede-eigenaars van het gebouw waarvan het verkochte goed deel uitmaakt.

De VERKOPER bezorgt aan de KOPER de statuten en het huishoudelijk reglement van het gebouw. Voor het overige wordt de KOPER verzocht het register met de beslissingen van de algemene vergadering te raadplegen voor wat, onder andere, betrekking heeft op de uitgaven en werkzaamheden waarover een beslissing werd genomen of die werden gemaakt of uitgevoerd.

Vindt er een algemene vergadering plaats tussen de datum van deze verkoop en de datum van de authentieke akte, dan brengt de VERKOPER de KOPER daarvan op de hoogte en bezorgt hij hem onverwijld de agenda van die vergadering.

Tenzij de VERKOPER en de KOPER overeenkomen dat geen van beiden de vergadering zal bijwonen, moeten ze onderling bepalen wie van hen aan de vergadering zal deelnemen en hoe ze zullen stemmen betreffende ieder agendapunt. Beslissen de partijen dat de KOPER aan de vergadering zal deelnemen en er zal stemmen, dan moet de VERKOPER hem daartoe een volmacht geven.

De VERKOPER verklaart (niet) persoonlijk partij te zijn in een rechtsvordering betreffende zijn kavel of ingesteld in het kader van de wet op de mede-eigendom.

In bevestigend geval, heeft de vordering als voorwerp:

……………………………………………………………………………………………………………..

STEDENBOUW – MILIEU – VOORKOOPRECHT

  1. Stedenbouwkundige vergunning

De KOPER erkent dat hij de vereiste stedenbouwkundige vergunningen moet aanvragen in het kader van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (zie in verband hiermee de Bijlage).

De VERKOPER verklaart dat bij zijn weten:

  • Het goed het voorwerp is geweest van een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op …………………………………………. tot vergunning van …………………..……………………………, en er bestaat geen enkele andere verbintenis met betrekking tot de mogelijkheid om in het goed een van de handelingen en werken uit te voeren of te handhaven waarvoor een vergunning moet worden verkregen krachtens artikel 4.2.1. van deze Codex.
  • Het goed niet het voorwerp is geweest van een stedenbouwkundige vergunning en er geen enkele verbintenis is aangegaan met betrekking tot de mogelijkheid om in het goed een van de handelingen en werken uit te voeren waarvoor een vergunning moet worden verkregen krachtens artikel 4.2.1. van de genoemde Codex.

Bijgevolg mogen de genoemde handelingen en werken niet in het goed worden uitgevoerd zolang de stedenbouwkundige vergunning niet is verkregen.

  1. As-builtattest

In overeenstemming met artikel 4.2.12 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening verbindt de VERKOPER zich ertoe het vereiste as-builtattest aan te vragen (zie in verband hiermee de Bijlage).

De VERKOPER verklaart dat een voor de overdracht verplicht as-builtattest (niet) werd toegekend en gevalideerd.

  1. Bodemverontreiniging

3.1.    Bodemattest

Overeenkomstig artikel 101 van het bodemdecreet van 27 oktober 2006 heeft de VERKOPER van de OVAM een bodemattest op datum van ………. ontvangen. De inhoud van dit attest wordt hierna overgenomen: ‘…………………………………………………………………………………………………………’ (zie in verband hiermee de bijlage).

3.2.    ‘Risicogronden’ en oriënterend bodemonderzoek

De VERKOPER verklaart dat het goed bij zijn weten een (geen) risicogoed is, d.w.z. een goed dat (niet) het voorwerp is (geweest) van de vestiging van een inrichting of de uitoefening van een activiteit die bodemverontreiniging kan veroorzaken in de betekenis van artikel 2, 14° van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming.

Verklaart de VERKOPER dat het goed een risico vertegenwoordigt, dan wordt deze verkoop gesloten onder de opschortende voorwaarde van het opstellen, ten laste van de VERKOPER, van een verslag van oriënterend bodemonderzoek.

Als de OVAM van oordeel is dat er duidelijke aanwijzingen zijn dat een risicogrond is aangetast door een nieuwe bodemverontreiniging die de bodemsaneringsnormen overschrijdt of dreigt te overschrijden krachtens artikel 104 van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming of als de OVAM van oordeel is dat er duidelijke aanwijzingen zijn dat een risicogrond is aangetast door een ernstige historische bodemverontreiniging krachtens artikel 109 van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodemsanering, dan wordt deze verkoop gesloten onder de opschortende voorwaarde van het opstellen, ten laste van de VERKOPER, van een verslag van beschrijvend bodemonderzoek dat besluit tot het ontbreken van welke saneringsplicht ook, zoals bedoeld in de artikelen 47 tot 68 van het bodemdecreet van 27 oktober 2006 of van andere maatregelen zoals bedoeld in de artikelen 69 tot 91 van het bodemdecreet van 27 oktober 2006.

  1. Afgedankte of verlaten bedrijfsruimten

De VERKOPER verklaart dat het goed bij zijn weten (niet) voorkomt in de inventaris van de gebouwen bedoeld door de wetgeving betreffende afgedankte of verlaten bedrijfsruimten en de VERKOPER verklaart dat hij hiervan (geen) kennis heeft gekregen.

  1. Recht van voorkoop

5.1. Het verkochte goed is (niet) onderworpen aan het voorkooprecht ingesteld door artikel 85 van de Vlaamse Wooncode (decreet van 15 juli 1997) (zie in verband hiermee de Bijlage).

De eigenaar is gehouden de toekomstige koper kennis te geven van gelijk welk voorkooprecht dat zou wegen op het te koop gesteld onroerend goed.

5.2. Het goed ligt (niet) binnen een perimeter die onderworpen is aan een voorkooprecht ingesteld door de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de VERKOPER verklaart dat hij in verband hiermee (geen) kennisgeving heeft ontvangen (zie in verband hiermee de Bijlage).

5.3. De VERKOPER brengt de KOPER ook op de hoogte van de eventuele toepassing van artikel 12 van het Vlaams decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (zie in verband hiermee de Bijlage).

5.4. Het verkochte goed is (niet) onderworpen aan het voorkooprecht ingesteld door de artikelen 37 en volgende van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (21 oktober 1997).

5.5. Indien het goed aan een voorkooprecht is onderworpen, wordt deze verkoop gesloten onder de opschortende voorwaarde van de niet-uitoefening van dit recht.

  1. Stookolietanks

Het goed bevat een / geen stookolietank.

Bevat het goed een dergelijke tank, dan bezorgt de VERKOPER het eenvormigheidscertificaat aan de KOPER. De VERKOPER verklaart dat hij de dienst AMINAL van het Vlaams Gewest kennis heeft gegeven van de plaatsing wanneer het gaat om een tank met een opslagcapaciteit van minder dan 5.000 liter of het College van Burgemeester en Schepenen wanneer het gaat om een tank met een inhoud die gelijk is aan of groter dan 5.000 liter en kleiner dan 20.000 liter.

  1. Elektrische installatie

De VERKOPER verklaart zich te schikken naar artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 maart 1981, dat bepaalt dat de elektrische installaties die vóór 1 oktober 1981 in dienst zijn gesteld bij een eigendomsoverdracht door een erkend orgaan moeten worden gecontroleerd wanneer de installatie niet wordt gedekt door een conformiteitsverslag dat is gebaseerd op het Algemeen Reglement Elektriciteitsinstallaties (A.R.E.I.).

  1. Energieprestatiecertificaat

De VERKOPER bezorgt het vereiste energieprestatiecertificaat (zie ook de Bijlage).

  1. Integraal waterbeleid

DE VERKOPER verklaart dat het goed volledig of gedeeltelijk / niet volledig of gedeeltelijk gelegen is :

1° in een mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zoals vastgesteld door de Vlaamse Regering;
2° in een afgebakend overstromingsgebied of afgebakende oeverzone.

  1. “Beschermd” of “geïnventariseerd” goed

10.1 De VERKOPER verklaart dat het goed een (geen) beschermd goed is, in de zin van artikel 2.1, 15° van het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed.

Verklaart de VERKOPER dat het goed een beschermd goed is, dan wordt het beschermingsbesluit in de akte opgenomen :

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

De rechtsgevolgen die aan de bescherming verbonden zijn, worden vermeld in hoofdstuk 6 van het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed (zie ook de Bijlage).

10.2 De VERKOPER verklaart dat het goed een (geen) geïnventariseerd goed is, in de zin van artikel 4.1.1 van het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed.

Verklaart de VERKOPER dat het goed een geïnventariseerd goed is, dan is het goed opgenomen in de landschapsatlas / de inventaris van archeologische zones / de inventaris van bouwkundig erfgoed / de inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde / de inventaris van historische tuinen en parken.

De rechtsgevolgen die aan de opname verbonden zijn, worden vermeld in hoofdstuk 4 van het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed (zie ook de Bijlage).

WOONCODE

De VERKOPER verklaart dat het verkochte goed bij zijn weten tot op heden niet het voorwerp is geweest van een recht van openbaar beheer zoals bedoeld in artikel 90 §1 van de Vlaamse Wooncode.

TIJDELIJKE OF MOBIELE BOUWPLAATSEN

De VERKOPER verklaart dat het goed (niet) het voorwerp is geweest van werkzaamheden bedoeld in het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.

In bevestigend geval bezorgt hij aan de KOPER, uiterlijk op de datum van de authentieke akte die deze verkoop vaststelt, het vereiste postinterventiedossier dat conform de bepalingen van dit besluit wordt samengesteld. Het postinterventiedossier is het dossier dat alle voor de veiligheid en de gezondheid nuttige elementen bevat waarmee rekening moet worden gehouden bij eventuele latere werkzaamheden en dat aangepast is aan de kenmerken van het bouwwerk.

KOSTEN

De KOPER, die zich daartoe verbindt, draagt benevens de prijs gelijk welke kosten en heffingen en het ereloon van de notaris die uit deze verkoop voortvloeien, met inbegrip van de inventaris- en opmetingskosten indien daar reden toe is of die hij bestelt.

De KOPER betaalt aan de eventuele syndicus de kosten terug die worden gemaakt om aan de instrumenterende notaris de bij wet bedoelde gegevens betreffende de mede-eigendom te bezorgen, indien deze kosten niet worden gedragen door de vereniging van de mede-eigenaars.

Bovendien draagt de KOPER de volgende kosten: ………………………………….………………………

PRIJS

Deze verkoop wordt toegestaan en aanvaard voor de prijs van …………..……………………………………………………………………………………., die als volgt betaalbaar is:

–          bij de ondertekening van deze overeenkomst, ten belope van het bedrag van …………..…………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………… als voorschot dat de VERKOPER verklaart van de KOPER te hebben ontvangen in de vorm van een cheque nr. ………………………………………………;

–          bij het verlijden van de authentieke akte, ten belope van het saldo, d.i. …………………………………………………………….……………………………………………………

NOTARISSEN

De partijen, die behoorlijk kennis hebben gekregen van het feit dat zij het recht hebben hun eigen notaris te kiezen, zonder extra kosten, hebben aangewezen om de authentieke akte op te maken die deze verkoop zal vaststellen:

–           Voor de VERKOPER:             Meester           ……………………………………………………………………..

–           Voor de KOPER:            Meester           ……………………………………………….………………..

De partijen verbinden zich ertoe om voor de ondertekening van de authentieke verkoopakte uiterlijk binnen de ………… maanden vanaf de datum van deze overeenkomst of vanaf de vervulling van alle eventuele opschortende voorwaarden voor een notaris te verschijnen.

SANCTIES

Wordt de authentieke akte niet getekend op de vastgestelde datum, dan kan de gerechtigde partij, na een ingebrekestelling via een bij de post aangetekend schrijven aan de in gebreke blijvende partij waarop gedurende 15 dagen niet wordt gereageerd:

–          hetzij de ontbinding van de verkoop eisen en een bedrag ontvangen gelijk aan 15 procent van de verkoopprijs bij wijze van schadevergoeding, na aftrek of na terugbetaling van het door de KOPER betaalde voorschot, onverminderd de terugbetaling van alle gemaakte kosten en bovenop de in gemeen recht erkende vergoedingen;

–          hetzij de uitvoering van de verkoop in rechte vervolgen. In dit geval is de in gebreke blijvende partij een interest van 12% per jaar op de verkoopprijs verschuldigd totdat de authentieke akte wordt gesloten.

WOONSTKEUZE

Voor de uitvoering en, algemeen, voor ieder vervolg op deze overeenkomst, kiest elke partij woonst in haar eigen woning en met betrekking tot een partij die zich buiten het Belgische grondgebied bevindt, in het kantoor van haar notaris en, bij gebrek daaraan, in het kantoor van de notaris van de andere partij.

ARBITRAGE

De partijen gaan er vanaf heden mee akkoord om elk geschil dat tussen hen kan ontstaan snel en via een eenvoudige procedure op te lossen. Bijgevolg wordt elk geschil betreffende deze overeenkomst en al haar gevolgen beslecht door de Kamer van Arbitrage en Bemiddeling (info@arbitrage-mediation.be – www.arbitrage-mediation.be), in overeenstemming met haar reglement.

REGISTRATIERECHTEN

De partijen verklaren volledig op de hoogte te zijn van de fiscale verplichting die ze moeten naleven en die erin bestaat dat ze deze verkoopovereenkomst moeten laten registreren binnen de vier maanden na de ondertekening daarvan (of na het vervullen van de daarin opgenomen opschortende voorwaarden), voor zover de authentieke akte niet binnen deze termijn wordt getekend.

In voorkomend geval verklaart de KOPER dat hij de formaliteiten voor het verkrijgen van de belastingvermindering of fiscale korting, respectievelijk bedoeld in de artikelen 46 bis en 53 van het Wetboek der Registratie-, hypotheek- en griffierechten, ten laatste op de uiterste registratiedatum zal vervullen of door zijn notaris zal laten vervullen.

BIJZONDERE VOORWAARDEN

Gedaan te …………………………………………………………………., op ………………………………….,

in evenveel originele exemplaren als er partijen zijn die een afzonderlijk belang hebben. Elke partij erkent haar exemplaar te hebben ontvangen.

DE KOPER                                                                                       DE VERKOPER

Bijlage die volledig deel uitmaakt van de overeenkomst

STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING

Vlaamse codex ruimtelijke ordening – art. 4.2.1.:

Niemand mag zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning:

1° de hiernavolgende bouwwerken verrichten, met uitzondering van onderhoudswerken:

  1. a) het optrekken of plaatsen van een constructie;
  2. b) het functioneel samenbrengen van materialen waardoor een constructie ontstaat;

2° met bomen begroeide oppervlakten, vermeld in artikel 3, § 1 en § 2 van het bosdecreet van
c) het afbreken, herbouwen, verbouwen en uitbreiden van een constructie;13 juni 1990, ontbossen, zoals vermeld in artikel 4, 15° van dat decreet;

3° bomen die op een hoogte van één meter boven het maaiveld een stamomtrek van één meter hebben, en geen deel uitmaken van de oppervlakten, vermeld in 2°, vellen;

4° het reliëf van de bodem aanmerkelijk wijzigen, onder meer door de bodem aan te vullen, op te hogen, uit te graven of uit te diepen waarbij de aard of de functie van het terrein wijzigt;

5° een grond gewoonlijk gebruiken, aanleggen of inrichten voor:

  1. a) het opslaan van gebruikte of afgedankte voertuigen, of van allerlei materialen, materieel of afval,
    b) het parkeren van voertuigen, wagens of aanhangwagens,
  2. c) het plaatsen van één of meer verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt, in het bijzonder woonwagens, kampeerwagens, afgedankte voertuigen en tenten, met uitzondering van het kamperen op een vergund of van vergunning vrijgesteld openluchtrecreatief terrein in de zin van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies;

6° de hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed geheel of gedeeltelijk wijzigen, indien de Vlaamse regering deze functiewijziging als vergunningsplichtig heeft aangemerkt;

7° een woning opsplitsen of in een gebouw het aantal woongelegenheden die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande wijzigen, ongeacht of het gaat om een eengezinswoning, een etagewoning, een flatgebouw, een studio of een al dan niet gemeubileerde kamer;

8° recreatieve terreinen aanleggen of wijzigen, onder meer een golfterrein, een voetbalterrein, een tennisveld of een zwembad.

AS-BUILTATTEST

Vlaamse codex ruimtelijke ordening: art. 4.2.7.

Een as-builtattest is een attest waarin wordt verklaard dat handelingen betreffende een constructie of een gebouwencomplex niet of slechts marginaal afwijken van de plannen die het voorwerp uitmaken van de stedenbouwkundige vergunning of de melding.

BODEMVERONTREINIGING – artikels 101, 102, 104, 109, 115 en 116 van het decreet van 27 oktober 2006. Relevante uittreksels betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

Art. 101. Voor het sluiten van een overeenkomst betreffende de overdracht van gronden moet de overdrager of desgevallend de gemandateerde bij de OVAM een bodemattest aanvragen en de inhoud ervan meedelen aan de verwerver. De onderhandse akte waarin de overdracht van gronden wordt vastgelegd, bevat de inhoud van het bodemattest.
In alle akten betreffende de overdracht van gronden, neemt de instrumenterende ambtenaar de verklaring van de overdrager of desgevallend de gemandateerde op dat de verwerver voor het sluiten van de overeenkomst op de hoogte is gebracht van de inhoud van het bodemattest. De instrumenterende ambtenaar neemt tevens de inhoud van het bodemattest in de akte op.

Art. 102. § 1. Risicogronden kunnen slechts overgedragen worden als er vooraf een orienterend bodemonderzoek werd uitgevoerd en het verslag ervan aan de OVAM werd bezorgd.

In afwijking van het eerste lid geldt de regeling, vermeld in artikel 30, voor de uitvoering van een oriënterend bodemonderzoek in het kader van de overdracht van een privatief deel van een onroerend goed dat valt onder het stelsel van gedwongen mede- eigendom, vermeld in artikel 577-3 van het Burgerlijk Wetboek.§ 2. Het oriënterend bodemonderzoek wordt uitgevoerd op initiatief en op kosten van de persoon, vermeld in artikel 29 of 30.

Art. 104. § 1. Als de OVAM op basis van het oriënterend bodemonderzoek, vermeld in artikel 102, of het grondeninformatieregister van oordeel is dat er duidelijke aanwijzingen zijn dat een risicogrond is aangetast door een nieuwe bodemverontreiniging die de bodemsaneringsnormen overschrijdt of dreigt te overschrijden, kan de overdracht niet plaatsvinden voor de overdrager of, in voorkomend geval, de gemandateerde voor die bodemverontreiniging een beschrijvend bodemonderzoek heeft uitgevoerd en het verslag ervan aan de OVAM heeft bezorgd.

  • 2. Als de OVAM op basis van het verslag van beschrijvend bodemonderzoek, het verslag van oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek of het grondeninformatieregister van oordeel is dat de bodemsaneringsnormen overschreden zijn, kan de overdracht niet plaatsvinden vooraleer de overdrager of desgevallend de gemandateerde :

1° een bodemsaneringsproject of een beperkt bodemsaneringsproject heeft opgesteld en hiervoor een conformiteitsattest werd afgeleverd;

2° jegens de OVAM de verbintenis heeft aangegaan de verdere bodemsanering en de eventuele nazorg uit te voeren;

3° financiële zekerheden heeft gesteld tot waarborg van de uitvoering van de verbintenis, vermeld in 2°. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop deze financiële zekerheden worden gesteld.

De verplichting om de verdere bodemsanering en de eventuele nazorg uit te voeren moet voldaan worden overeenkomstig de voorwaarden van de eenzijdige verbintenis, vermeld in het eerste lid, 2°.

  • 3. Als de bodemverontreiniging omwille van haar bijzondere aard niet aan bodemsaneringsnormen kan worden getoetst, zijn de bepalingen van dit artikel van overeenkomstige toepassing als er een ernstige bodemverontreiniging aanwezig is.

Art. 109. § 1. Als de OVAM op basis van het oriënterend bodemonderzoek, vermeld in artikel 102, of het grondeninformatieregister van oordeel is dat er duidelijke aanwijzingen zijn dat een risicogrond is aangetast door een ernstige historische bodemverontreiniging, kan de overdracht niet plaatsvinden voor de overdrager of, in voorkomend geval, de gemandateerde voor die bodemverontreiniging een beschrijvend bodemonderzoek heeft uitgevoerd en het verslag ervan aan de OVAM heeft bezorgd.

  • 2. Als de OVAM op basis van het verslag van beschrijvend bodemonderzoek, het verslag van oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek of het grondeninformatieregister van oordeel is dat de grond is aangetast door een ernstige historische bodemverontreiniging, kan de overdracht niet plaatsvinden vooraleer de overdrager of in voorkomend geval de gemandateerde :

1° een bodemsaneringsproject of een beperkt bodemsaneringsproject heeft opgesteld en hiervoor een conformiteitsattest werd afgeleverd;

2° jegens OVAM de verbintenis heeft aangegaan de verdere bodemsanering en de eventuele nazorg uit te voeren;

3° financiële zekerheden heeft gesteld tot waarborg van de uitvoering van de verbintenis, vermeld in 2°. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop deze financiële zekerheden worden gesteld.

De verplichting om de verdere bodemsanering en de eventuele nazorg uit te voeren moet voldaan worden overeenkomstig de voorwaarden van de eenzijdige verbintenis, vermeld in het eerste lid, 2°.

Art. 115. § 1. In afwijking van de bepalingen van artikelen 104, § 2, en 109, § 2, kan de overdracht toch plaatsvinden op voorwaarde dat de versnelde overdrachtsprocedure, vermeld in § 2 tot en met § 5, wordt nageleefd.

  • 2. De overdrager of de gemandateerde of de verwerver of de persoon die beschikt over een rechtsgeldige titel om de overdracht te doen uitvoeren, meldt aan de OVAM zijn bedoeling om de versnelde overdrachtsprocedure toe te passen.

Zij voegen bij deze melding de volgende documenten :

1° het verslag van oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek of het verslag van beschrijvend bodemonderzoek, voor zover de OVAM daarvan nog niet in het bezit is;

2° een kostenraming van de bodemsanering en de eventuele nazorg, opgemaakt door een bodemsaneringsdeskundige.

  • 3. Binnen een termijn van zestig dagen na de ontvangst van alle documenten, vermeld in § 2, spreekt de OVAM zich uit over de conformiteit van het bodemonderzoek en het verzoek tot toepassing van de versnelde overdrachtsprocedure.

Als de OVAM zich niet binnen de termijn van zestig dagen heeft uitgesproken, kan de overdracht plaatsvinden, met behoud van de mogelijkheid om de andere bepalingen van dit decreet later toe te passen.

  • 4. Als uit het verslag van beschrijvend bodemonderzoek, uit het verslag van oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek of uit het grondeninformatieregister blijkt dat de grond is aangetast door een nieuwe bodemverontreiniging die de bodemsaneringsnormen overschrijdt, door een ernstige historische bodemverontreiniging of door een gemengde bodemverontreiniging die de bodemsaneringsnormen overschrijdt dan wel een ernstige bodemverontreiniging vormt naargelang de toepasselijke regeling krachtens de bepalingen van artikel 27, kan de overdracht niet plaatsvinden vooraleer de verwerver :

1° jegens de OVAM de verbintenis heeft aangegaan om een bodemsaneringsproject op te stellen en de verdere bodemsanering en de eventuele nazorg uit te voeren;

2° financiële zekerheden heeft gesteld tot waarborg van de uitvoering van zijn verplichtingen overeenkomstig 1°. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop deze financiële zekerheden worden gesteld.

De verplichting om de bodemsanering en de eventuele nazorg uit te voeren, moet voldaan worden overeenkomstig de voorwaarden van de eenzijdige verbintenis, vermeld in het eerste lid, 1°.

Art. 116. § 1. De verwerver kan de nietigheid vorderen van de overdracht die plaatsvond in strijd met de bepalingen van afdeling I.

De nietigheid kan niet meer worden ingeroepen als cumulatief voldaan is aan de volgende voorwaarden :

1° de verwerver is in het bezit gesteld van het meest recent afgeleverde bodemattest of van een bodemattest waarvan de inhoud identiek is aan de inhoud van het meest recent afgeleverde bodemattest;

2° de verwerver laat zijn verzaking aan de nietigheidsvordering uitdrukkelijk in een authentieke akte vaststellen.

  • 2. De verwerver kan de nietigheid vorderen van de overdracht die plaatsvond in strijd met de bepalingen van afdeling II.

De nietigheid kan niet meer worden ingeroepen als cumulatief voldaan is aan de volgende voorwaarden :

1° de bepalingen van afdeling II van dit hoofdstuk werden alsnog nageleefd;

2° de verwerver laat zijn verzaken aan de nietigheidsvordering uitdrukkelijk in een authentieke akte opnemen.

  • 3. De overdracht van een risicogrond is niet tegenstelbaar aan de OVAM als die heeft plaatsgevonden in strijd met de overdrachtsbepalingen voor risicogronden. De OVAM kan de overdrager die de risicogrond onwettig heeft overgedragen, de volgende verplichtingen opleggen:

1° de uitvoering van een oriënterend bodemonderzoek op de overgedragen risicogrond;

2° de uitvoering van een beschrijvend bodemonderzoek, bodemsanering of eventuele nazorg voor de bodemverontreiniging die tot stand gekomen is op de overgedragen risicogrond en naar alle redelijkheid aanwezig was op die grond op het ogenblik van de onwettige overdracht.

(…)

RECHT VAN VOORKOOP

Artikel 85 van het Vlaamse Wooncode (decreet van 15 juli 1997) :

  • 1. De (VMSW), de sociale huisvestingsmaatschappijen, de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beschikken over een recht van voorkoop op de woningen waaraan ze renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden hebben uitgevoerd met toepassing van artikel 18, § 2, en 90.

Onverminderd het eerste lid, krijgen de (VMSW), (het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid in Vlaams-Brabant opgericht bij artikel 16 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992,) de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, een recht van voorkoop op

1° een woning die is opgenomen in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, of]1 op een van de lijsten van de inventaris, bedoeld in artikel 28, § 1, van  het Heffingsdecreet ;

2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;

3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.

Het voorkooprecht geldt niet als een sociale huisvestingsmaatschappij verkoopt. Bij verkoop door een titularis van het voorkooprecht hebben alleen de conform artikel 86, eerste lid), hoger in rangorde staande titularissen van het voorkooprecht een voorkooprecht.

Van het recht van voorkoop zijn uitgesloten :

1° de woningen die deel uitmaken van een gebouw met meerdere woningen, waarbij de verkoop mede-eigendom over gemeenschappelijke delen doet ontstaan;

2° afzonderlijke garages;

3° afzonderlijke loten van een goedgekeurde verkaveling;

4° de aankoop van een eerste woning of een perceel bestemd voor woningbouw door een of meer natuurlijke personen, op voorwaarde dat deze verkrijgers geen andere woning of ander perceel bestemd voor woningbouw volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, op de dag van het sluiten van de overeenkomst tot koop.

De Vlaamse Regering kan uitzonderingen vaststellen op de in het vierde lid bepaalde uitsluitingen van het recht van voorkoop.

  • 4. De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VI, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen zijn van toepassing op dit recht van voorkoop.
  • 5. In de gemeenten waarin het aandeel sociale huurwoningen ten opzichte van het totale woningpatrimonium meer bedraagt dan 10 %, kunnen de VMSW en de socialehuisvestingsmaatschappijen het recht op voorkoop vermeld in § 1, tweede lid, slechts uitoefenen na een positief advies van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de woning of het perceel waarop het recht van voorkoop van toepassing, gelegen is. Het advies vanwege het college van burgemeester en schepenen moet gemotiveerd zijn en minstens de redenen aangeven volgens dewelke het betrokken project voor sociaal wonen geen meerwaarde zou opleveren.

De Vlaamse Regering stelt de lijst van de gemeenten, vermeld in het eerste lid jaarlijks vast.

De VMSW en de socialehuisvestingsmaatschappijen vragen het in het eerste lid vermelde advies binnen twintig dagen nadat ze in kennis werden gesteld van de geplande verkoop. Wanneer het advies negatief is, zien de VMSW of de socialehuisvestingsmaatschappijen af van het recht van voorkoop. Wordt geen advies gegeven binnen een termijn van twintig dagen, dan wordt het advies geacht gunstig te zijn.

  • 6. Het decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten is van toepassing op dat recht van voorkoop.

Vlaamse codex ruimtelijke ordening: relevante uittreksels van het artikel 2.4.1.

Het Vlaamse Gewest, de provincies, de gemeenten, de intercommunales, de instellingen die ressorteren onder het Vlaamse Gewest, de provincies en de gemeenten, alsook de vennootschappen die een erkenning hebben van die instellingen of besturen kunnen, ter verwezenlijking van een ruimtelijk uitvoeringsplan, een recht van voorkoop uitoefenen bij de verkoop van een onroerend goed dat gelegen is in die zones die in het definitief vastgestelde ruimtelijk uitvoeringsplan als zones waar het voorkooprecht geldt, worden aangeduid.

Het Vlaamse Gewest, de provincies, de gemeenten, de intercommunales, de instellingen die ressorteren onder het Vlaamse Gewest, alsook de vennootschappen die een erkenning hebben van die instellingen of besturen kunnen, ter verwezenlijking van een ruimtelijk uitvoeringsplan de Vlaamse Grondenbank verzoeken om in hun naam en voor hun rekening en binnen de door hen gestelde voorwaarden, het recht van voorkoop uit te oefenen bij verkoop van onroerende goederen die gelegen zijn in die zones die in het definitief vastgestelde ruimtelijk uitvoeringsplan als zones waar het recht van voorkoop geldt, worden aangeduid.

Elk definitief vastgesteld ruimtelijk uitvoeringsplan bepaalt voor elk van die zones welk bestuur, intercommunale, instelling of erkende vennootschap begunstigd is met het voorkooprecht. Indien meerdere instanties begunstigd worden, bepaalt het ruimtelijk uitvoeringsplan een rangorde.

De eigenaars van de goederen, gelegen binnen de omtrek van de zones waar het voorkooprecht geldt, worden ten laatste op de dag van de inwerkingtreding van het uitvoeringsplan, bij aangetekend schrijven in hun woonplaats op de hoogte gesteld van dit feit. Dit gebeurt op basis van de kadastrale gegevens. De brief vermeldt de adressen van de instantie of instanties die moeten aangeschreven worden voor een eventueel aanbod van het voorkooprecht.

(…)

De overheid die het ruimtelijk uitvoeringsplan vaststelt waarin een zone wordt aangegeven waar een voorkooprecht geldt, bepaalt in het ruimtelijk uitvoeringsplan zelf de geldingsduur van het voorkooprecht. De termijn waarbinnen het voorkooprecht geldt, gaat in bij de inwerkingtreding van het plan. Deze kan evenwel niet meer bedragen dan 15 jaar. Na het verstrijken van de in het plan opgenomen termijn waarbinnen het voorkooprecht geldt, kan het voorkooprecht niet meer uitgeoefend worden, noch hoeven er nog aanbiedingen te gebeuren.

Het decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten is van toepassing op dit recht van voorkoop.

Relevante uittreksels van het artikel 12 van het vlaamse decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid :

  • 1. Onverminderd de bepalingen die andere rechtspersonen ter zake een recht tot voorkoop verlenen, heeft het Vlaamse Gewest een recht van voorkoop bij verkoop van onroerende goederen die geheel of gedeeltelijk zijn gelegen in afgebakende overstromingsgebieden en oeverzones die samenhangen met een waterweg behorende tot haar bevoegdheid. Dit recht van voorkoop is niet van toepassing op onroerende goederen van het openbaar of privaat domein van de federale overheid en van andere gemeenschappen en gewesten.

(…)

Het decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten is van toepassing op dit recht van voorkoop.

De Vlaamse Grondenbank heeft een recht van voorkoop bij verkoop van onroerende goederen die geheel of gedeeltelijk zijn gelegen in afgebakende overstromingsgebieden en oeverzones die niet samenhangen met waterwegen.

Het waterbeheerplan vermeldt bij de afbakening van een oeverzone of overstromingsgebied de initiatiefnemer. De initiatiefnemer is de begunstigde in het geval de begunstigde een waterwegbeheerder is. Is de initiatiefnemer een waterloopbeheerder van onbevaarbare waterlopen dan is in dit geval de Vlaamse Grondenbank de begunstigde.

De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VI, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen, zijn van toepassing op dit recht van voorkoop.

  • 2. Het recht van voorkoop kan worden uitgeoefend vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het stroomgebiedbeheerplan, het bekkenbeheerplan of het deelbekkenbeheerplan waarin de oeverzones en overstromingsgebieden worden afgebakend.

Dit recht doet geen afbreuk aan de regelingen die op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit decreet al bestaan over het recht van voorkoop en die steeds voorrang hebben. De Vlaamse regering kan de nodige maatregelen nemen om in het geval het recht van voorkoop wordt uitgeoefend op een verpacht perceel, een vrijwillige grondruil mogelijk te maken. Voor die gronden kan slechts een einde worden gemaakt aan de lopende pacht bij het verstrijken van de pachtperiode zoals voorzien in artikel 7, 9°, van de Pachtwet, tenzij de pachter vroeger of vrijwillig afstand doet van zijn pachtrecht.

Relevante uittreksels van artikel 37 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu :

  • 1. De Vlaamse grondenbank heeft het recht van voorkoop bij verkoop van onroerende goederen :

1° in het VEN, met uitzondering van de onroerende goederen uitgesloten door de Vlaamse Regering;

2° in de natuurreservaten en hun uitbreidingszone gelegen binnen de groen- en bosgebieden, de bosuitbreidingsgebieden en de met al deze gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden aangewezen op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening, of het VEN;

3° in een door de Vlaamse Regering afgebakende perimeter binnen de groen- en bosgebieden en de bosuitbreidingsgebieden en de met al deze gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden aangewezen op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening gelegen binnen het IVON;

4° in de afbakening van een natuurinrichtingsproject.

(…)

De onroerende goederen die verworven worden door uitoefening van het voorkooprecht in het VEN en in de natuurreservaten en hun uitbreidingszone, worden in de regel aangewezen als Vlaams natuurreservaat, bosreservaat of domeinbos of, na gebruiksoverdracht aan een erkende terreinbeherende natuurvereniging, erkend als natuurreservaat.

  • 4. De Vlaamse regering kan de nodige maatregelen nemen om in geval het voorkooprecht wordt uitgeoefend op een verpacht perceel een vrijwillige grondruil mogelijk te maken.

Voor voormelde gronden kan slechts een einde gemaakt aan de lopende pacht bij het verstrijken van elke pachtperiode zoals voorzien in artikel 7, 9° van de pachtwet tenzij de pachter vroeger afstand doet van zijn pachtrecht.

  • 5. De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VI, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen zijn van toepassing op dit recht van voorkoop.
  • 6. Het decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten is van toepassing op dit recht van voorkoop.

ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT

De eigenaar van een residentieel gebouw of wooneenheid die al over een geldig energieprestatiecertificaat bij de bouw beschikt en dat slaat op het hele gebouw of de ganse wooneenheid, kan dat energieprestatiecertificaat gebruiken.

“BESCHERMD” OF “GEÏNVENTARISEERD” GOED

Relevant uittreksel van artikel 2 van het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed

Art. 2.1. In dit decreet wordt verstaan onder : (…)

15° beschermd goed : een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht ;

(…)

31° inventaris : een oplijsting van onroerende goederen en gehelen van onroerende goederen met erfgoedwaarde;

(…).

Relevante uittreksels van hoofdstuk 6 van het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed

(…)

Art. 6.1.2. De door de Vlaamse Regering daartoe aangewezen ambtenaren hebben voor het onderzoek naar de erfgoedwaarden toegang tot de archeologische sites, monumenten, cultuurhistorische landschappen en stads- en dorpsgezichten die in aanmerking komen voor bescherming. Tot particuliere woningen en bedrijfslokalen hebben ze evenwel alleen toegang tussen negen uur en eenentwintig uur en met machtiging van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. De machtiging wordt gevraagd bij eenzijdig verzoekschrift overeenkomstig artikel 1025 tot en met 1034 van het Gerechtelijk Wetboek.

(…)

Art. 6.3.2. Er kan een herkenningsteken worden aangebracht op beschermde goederen.

De Vlaamse Regering stelt de modellen van het herkenningsteken voor beschermde archeologische sites, beschermde monumenten, beschermde cultuurhistorische landschappen en beschermde stads- en dorpsgezichten vast.

Art. 6.4.1. De zakelijkrechthouders en gebruikers van een beschermd goed behouden het in goede staat door de nodige instandhoudings-, beveiligings-, beheers-, herstellings- en onderhoudswerken.

(…)
Art. 6.4.3. Het is verboden beschermde goederen te ontsieren, te beschadigen, te vernielen of andere handelingen te stellen die de erfgoedwaarde ervan aantasten.

Art. 6.4.4. § 1. Handelingen aan of in beschermde goederen opgelijst door de Vlaamse Regering of opgenomen in het beschermingsbesluit waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning, geen milieuvergunning overeenkomstig het decreet van 28 juni 1995 betreffende de milieuvergunning of geen vergunning, geen toelating, geen machtiging, geen ontheffing of geen afwijking overeenkomstig het Bosdecreet van 13 juni 1990 of het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu vereist is, kunnen niet worden aangevat zonder toelating van het agentschap of, in voorkomend geval, van de erkende onroerenderfgoedgemeente waar het beschermde goed ligt tenzij zij zijn vrijgesteld in een overeenkomstig artikel 8.1.1 goedgekeurd beheersplan. (…)

Art. 6.4.5. De cultuurgoederen die opgenomen zijn in een besluit tot bescherming van een monument, mogen niet buiten het monument worden verplaatst zonder toelating van het agentschap. De Vlaamse Regering kan de nadere regels daarvoor bepalen.

Art. 6.4.6. Als het agentschap of de erkende onroerenderfgoedgemeente de toelating toekent, weigert of er voorwaarden aan koppelt, kan de aanvrager, het agentschap of iedere belanghebbende een georganiseerd administratief beroep instellen bij de Vlaamse Regering. (…)

Art. 6.4.7. De sloop van een beschermd monument is verboden.

De Vlaamse Regering kan een toelating verlenen voor de gedeeltelijke sloop van een beschermd monument en voor de gehele of gedeeltelijke sloop of voor het optrekken, plaatsen of herbouwen van een gebouw of constructie in een beschermd stads- en dorpsgezicht als dat de erfgoedwaarde ervan niet wezenlijk aantast. De toelating vermeldt de voorwaarden waaronder de sloop en het optrekken, plaatsen of herbouwen van het gebouw of de constructie worden toegelaten. (…)

Art. 6.4.8. Iedereen die voor eigen rekening of als tussenpersoon een beschermd goed verkoopt, verhuurt voor meer dan negen jaar, inbrengt in een vennootschap, een erfpacht of een opstalrecht overdraagt of op andere wijze de eigendomsoverdracht met een vergeldend karakter van het goed bewerkstelligt, vermeldt in de hieraan verbonden publiciteit dat het onroerend goed beschermd is en de rechtsgevolgen die aan de bescherming verbonden zijn. (…)

(…)
Art. 6.4.10. De Vlaamse Regering kan om redenen van algemeen nut overgaan tot onteigening van een beschermd goed als dat dreigt te vervallen, te worden beschadigd of te worden vernield. (…)

Art. 6.5.1. Op basis van de onroerenderfgoedrichtplannen, vermeld in artikel 7.1.1, of van een vastgestelde inventaris, vermeld in artikel 4.1.1, kunnen in ruimtelijke uitvoeringsplannen erfgoedlandschappen worden afgebakend.
Art. 6.5.2. Iedereen die werken en handelingen verricht of daarvoor de opdracht verleent, neemt zo veel mogelijk zorg in acht voor de erfgoedwaarden van een erfgoedlandschap, zoals bepaald in het plan dat van toepassing is. (…)

Relevante uittreksels van hoofdstuk 4 van het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed

(…)

Art. 4.1.5. De ambtenaren die daarvoor aangewezen zijn door de Vlaamse Regering hebben voor het onderzoek naar de erfgoedelementen en de erfgoedkenmerken toegang tot de onroerende goederen die opgenomen zijn in een vastgestelde inventaris als vermeld in artikel 4.1.1, en tot de onroerende goederen die in aanmerking komen voor opname in een inventaris als vermeld in artikel 4.1.1 met uitzondering van particuliere woningen en bedrijfslokalen.
(…)

Art. 4.1.7. Alle onroerende goederen die opgenomen zijn in een vastgestelde inventaris als vermeld in artikel 4.1.1 en alle beschermde onroerende goederen worden gegeorefereerd op een publiek te raadplegen GIS-laag. De Vlaamse Regering kan de nadere regels daarvoor bepalen.

Art. 4.1.8. De opname van een onroerend goed in een vastgestelde inventaris vormt, uitgezonderd als het een eigen werk, daad of activiteit van een administratieve overheid betreft, geen weigeringsgrond voor eender welke vergunning of machtiging.

(…)