Afbeelding bij Terrastegels op beton plaatsen - Ceramic tiles over membrane

Terrastegels op beton plaatsen

Terrastegels worden bij ons nog bijzonder vaak op een betonnen ondergrond geplaatst omdat je zo zeker bent van een zeer draagkrachtige ondergrond die perfect egaal voorbereid kan worden voordat de tegels geplaatst worden. Maar naast de gigantische CO2 productie is het natuurlijk ook niet waterdoorlatend. In het kader van dalende grondwaterpeilen en regelmatige overstromingen in onze lage landen is dat natuurlijk niet ideaal.

Waar verlijm je dan wel een terrastegel op een betonnen ondergrond? Wanneer er al een betonnen strook gegoten is of op plaatsen waar weinig beweging toegelaten is in de tegellaag. Verwacht je nog beweging in de ondergrond, dan voorzie je best iets dat als 1 geheel steunt of beweegt. Ook voor keramische tegels met dunne voegen is zo’n betonnen opbouw perfect. Wil je daarover meer weten? Dan kijk je best even op onze vorige post over betonnen funderingen.

Stap 1 – Hellend leggen

Betonnen funderingen onder terrassen zijn een voorbeeld van een niet of slecht drainerende opbouw. Een betonnen vloerplaat voor een terras is al gauw minstens 10 cm dik. En door die dikte gaat dus normaal gezien geen druppel water meer. Dat kan tot kalkuitbloeiing of vorstschade leiden als het blijft staan. Of voor vochtproblemen binnen zorgen als het terug naar het huis loopt. Water gecontroleerd weg zien te krijgen is dus de zaak. In een eerste fase kan dat gedaan worden door het beton hellend te plaatsen. Sommige architecten raden daarbij ook nog eens aan om de betonplaat om de zoveel centimeter te doorboren. Zo kan het water dat er toch onder sukkelt, op de één of andere manier toch weglopen.

Stap 2 – De ondergrond egaliseren

Voordat je start met het lijmen van de tegels moet je de ondergrond volledig vlak krijgen. Iedere imperfectie zal het moeilijker maken om de tegels mooi op hun plaats te houden. En ook voor plassen op de tegellaag zorgen, als je het niet gecorrigeerd krijgt. Egaliseren kan je doen met een dunne egalisatielaag als de verschillen maar beperkt zijn. Of met een dikkere laag chape of een dunne vullaag beton, al moet je op dat vlak er enorm op letten dat die zich goed hechten. Een hechtprimer of voorstrijkmiddel is vaak geen overbodige luxe.

Stap 3 – Ontkoppelingsmatten plaatsen of niet?

Boven die onderstructuur komt vaak de vraag: Moet ik nu ontkoppelingsmatten plaatsen of niet? Jammer genoeg is het antwoord daarop een dikke “Yup!”. Enerzijds zorgen ontkoppelingsmatten zorgen voor een gecontroleerde afvoer van het regenwater dat toch tussen de tegels en de beton geraakt. Anderzijds ‘ontkoppelen’ (what’s in a name) ze tegelijkertijd de tegellaag van de onderliggende betonnen structuur. Zo kan die laatste onafhankelijk van de tegels bewegen. Het is nogal een lange uitleg, maar door invloeden van temperatuur, belasting, ev. zelfs een kleine grondverzakking of wisselend grondwaterpeil, kan die plaat nl. nét iets anders dan de tegels zelf bewegen.

Dat is een dubbel voordeel, want zelfs als er een kleine barst in een voeg zou zitten, geraakt het water nog weg. Maar anderzijds heb je minder kans dat een barst in de beton tot een barst in de tegelvloer zou leiden.

Afbeelding bij Terrastegels op beton plaatsen - Ceramic tiles over membrane

Stap 4 – Moet ik randisolatie plaatsen?

En ook rondom het terras, bv. bij muren heb je zo’n beweging van de vloer ten opzichte van de tegels. Daarom wordt heel vaak ook randisolatie rondom heel het te tegelen oppervlak geplaatst. Voor een meer gedetailleerde uitleg verwijzen we naar het artikel specifiek m.b.t. randisolatie.

Stap 5 – En uitzetvoegen dan?

Tot slot dan uitzetvoegen. Die lopen dwars doorheen de tegelvloer en meestal tot in de dekvloer. Net zoals de randisolatie de dekvloer beschermt tegen de beweging ten opzichte van de muren, zo  beschermen dilatatievoegen de tegelvloer tegen beweging ten opzichte van zichzelf en van de betonnen ondervloer. Gebarste voegen, buiten op een betonnen vloer zijn zoals eerder al gezegd nefast voor tegels. Water dat onder de tegels komt, kan niet eenvoudig weg en  zorgt zo voor verkleuringen of tegels die los komen te zitten door vorstschade. Zelfs al lijkt het dus maar 1 kapotte tegel of 2 gebarsten voegen, bij een tegelvloer op beton moet je dat snel oplossen. 

Hoe leg je dan net uitzetvoegen aan? De goedkoopste optie is ze gewoon vrij te laten en te vullen met een waterdicht, hechtend & flexibel afdichtmiddel (silicone). Zo maak je dus eigenlijk een scharnierpuntje in heel de tegelvloer, zodat 2 of meerdere vlakken ten opzichte van elkaar kunnen blijven bewegen. Een andere oplossing is het gebruik van uitzetprofielen die je mee verlijmt in de tegellaag.

Meestal leg je zo’n uitzetvoegen ongeveer per 5 meter terras aan, al wisselt dat van tegel tot tegel. Dat zoek je dus best altijd even op op de technische fiche.

Stap 6 – Dun of dikbedmortel of dubbel vs enkel verlijmen

Als de ondergrond uiteindelijk stabiel is, voldoende afwatert, voorzien is van de nodige uitzettingsvoegen en randisolatie, kan je aan de slag. Maar wat neem je dan net? Voor het plaatsen van tegels op een betonnen ondergrond zijn er een aantal mogelijke bindmiddelen:

  • “Vol en zat in de mortel”. Hierbij wordt een dikbed, cementgebaseerde mortel met overmaat aangebracht. Je legt er dus eigenlijk te veel mortel op en klopt de tegel dan op hoogte. Dit vraagt serieus wat oefening om het volledig onder de knie te krijgen. Vermijd ook om de tegels hol te leggen. Net doordat er geen ruimte onder de tegels hoort te zijn, vermijd je kalkuitbloeiingen.
  • Enkel verlijmen. Als je enkel op de ondergrond lijm aanbrengt, werk je wel een stukje sneller, maar dan riskeer je een minder goede hechting. Het is ook nét iets moeilijker om kleine foutjes op te vangen. Vooral bij gerectificeerde tegels kan je zo bijna niet meer corrigeren.
  • Dubbel verlijmen. Hierbij breng je ook op de tegel een lijmlaag aan, die je best in exact dezelfde richting als de lijm op de grond aanbrengt. Zo krijg je een perfecte dekking, in plaats van een schaakbordpatroon.

Stap 7 – De juiste tegels en het juiste voegmiddel

Alles is tot nog toe gebouwd om zoveel mogelijk water buiten te houden. Ook de tegels mogen dus geen water doorlaten. Keramische tegels zijn hiervoor perfect, porceleinen ook zo lang ze heel blijven. Maar betonnen tegels en natuurstenen tegels helemaal niet. Die laten allebei in meerdere of mindere mate vocht door.

Bij de voegen beperk je ook je keuze best tot cement gebaseerde voegen of waterdichte voegmiddelen (bijvoorbeeld met toegevoegde harsen). Sealers of andere toevoegmiddelen werken ook, maar zijn vaak moeilijker gelijkmatig te verdelen.

Alles nog eens samengevat

  • Water moet je weg zien te krijgen. Plaats de betonplaat onder afschot van minstens 1 cm per meter (1%). Je begint minstens 5 cm onder de waterkering in de muur, zodat je daar geen last hebt van opstijgend vocht. En de betonplaat eindigt net boven de goot, met de ontkoppelingsmat er nét in hangend.
  • Op beton werk je altijd niet-waterdoorlatend. Dus van onder naar boven toe moet alles meer en meer waterdicht worden. Een paar gaten in de beton kunnen geen kwaad, in de bovenliggende lagen zeker wel.
  • Keramische tegels en waterdicht voegmiddel zijn een must. Barsten moet je snel opvullen, zeker in de winter.
  • Egaliseer voordat je aan de slag gaat met lijm of ontkoppelingsmatten. Corrigeren met lijm is een stuk lastiger.
  • Die ontkoppelingsmatten, uitzettingsvoegen etc. gebruik je om thermische uitzetting en andere bewegingen op te vangen